Het Mailtje

To: Ilse
From: Bernard
Subject: Vanavond
Ontmoet me vanavond om 22.30 in de speeltuin aan het professor Spronklaantje. Ik wacht op je!
voor altijd de jouwe,
Bernard


Dat was het bericht dat ik vanochtend in mijn mailbox vond. Aangezien mijn naam Mandy is en niet Ilse, concludeerde ik dat het hier een vergissing betrof. Verder was mijn mailbox vervelend leeg, en ik dacht jaloers aan die onbekende Ilse die tenminste mail kreeg, en iemand had die met haar wilde afspreken. Ook al heette hij dan Bernard. Ooit kende ik een Bernard in mijn klas die, als de juf even niet keek, uit de pot met plaksel snoepte. En als de juf wel keek snoepte hij van zijn eigen snot.

Ik zat achter mijn toetsenbord, en keek verveeld om mij heen. Op mij wachtten, in tegenstelling tot op Ilse, slechts huishoudelijke taken. Waarom zou die Bernard Ilse willen ontmoeten in een speeltuintje, zo laat in de avond? Hoe langer ik er over nadacht hoe nieuwsgieriger ik werd. Ik krabde mezelf in mijn nek, en dacht na over het speeltuintje aan de professor Spronklaan. Ik kende die laan wel, het was een nauw, doodlopend straatje achter een druk kruispunt, met aan het uiteinde een speeltuintje, dat bestond uit de verplichte wipkip, twee rafelige schommels, en zo'n houten klimset met vaalgroene glijbaan. Plotseling zag ik kans mijn saaie bestaan op te fleuren: ik zou vanavond ook naar het speeltuintje gaan! Tenslotte had ik het mailtje ook ontvangen, was het dan niet ook een beetje voor mij? Juist! Misschien wilde de kosmos me wel een bericht sturen of zo. In gedachten zag ik mezelf al als een soort Miss Marple, maar dan jong en hip, in de struiken liggen.
Om tien uur die avond zei ik nonchalant tegen mijn man die Star Trek zat te kijken: 'Ik loop nog even een lokaal ommetje.' Ik kreeg geen reactie, maar die verwachtte ik ook niet, en verliet vol aangename anticipatie mijn huis.

Ik liep door de verlichte straten naar de professor Spronklaan, en spiekte onderweg bij iedereen naar binnen om te kijken hoe ze hun huis hadden ingericht. Eenmaal bij de professor Spronklaan werd mijn pas wat onzeker, terwijl ik me afvroeg wat de beste plek zou zijn om me te verstoppelen. Ik koos voor een stel prikkelige struiken die het speeltuintje omheinden. Ik zat net, enigszins verveeld, te bedenken wat ik de volgende dag eens zou koken, macaroni of alweer spaghetti, toen ik voetstappen hoorde. Mijn hartslag versnelde. De voetstappen kwamen steeds dichterbij en stopten bij de rafelige schommels. Even later hoorde ik het piepende geluid van een schommel waarvan de scharnieren nodig moeten worden geolied.

Voorzichtig gluurde ik over mijn struik, en inderdaad, daar op de schommel zat een man. Elegant en gedistingeerd gekleed, in grijs kostuum met zo'n lange, donkere wollen overjas. Hij droeg zelfs een hoed. Mijn respect voor deze onbekende Bernard steeg. Als ik Ilse was, zou ik beslist komen. Ik zat stilletjes te genieten van het mooie uitzicht toen de man plotseling zijn hakken in het zand zette en tot stilstand schraapte.

'Ilse? ben jij dat?' vroeg hij met sonore stem en pakte iets uit zijn zak.
Koortsachtig dacht ik na. Wat te doen? Zou ik mezelf bekend maken, of net doen alsof ik er niet was. Ik besloot tot het laatste. Maar nu stond hij op van de schommel en liep in de richting van mijn struik.
'Mandy, ik weet dat je daar bent!' zei hij, maar nu had zijn stem iets dreigends.
Ik plaste bijna in mijn broek van schrik. Hoe kende hij mijn naam?
'Ja Mandy, herinner je je mij nog?', vroeg hij op wrede toon.
'Ik ben die Bernard die jij altijd pestte op school.' Het heeft me jaren gekost om je op te sporen, maar nu zul je boeten voor wat je me hebt aangedaan. Het voorwerp dat hij uit zijn zak had gepakt leek verdacht veel op een pistool en het was op mij gericht!

Voorzichtig kwam ik overeind en stamelde 'Bernard? Ik herinner me jou nauwelijks. Was jij dat die altijd plaksel en snot at?'
IIk kon deze gedistingeerde man nauwelijks verenigen met mijn herinnering aan dat vieze jongetje.
'Ja', dat ben ik. Ik ben nu eigenaar van diverse filialen van de Decorette, en ben gespecialiseerd in behangplaksel. Maar jij bent me altijd blijven achtervolgen, en nu is het tijd om af te rekenen. En toen schoot Bernard me pardoes in mijn borst. De pijn brandde in mijn lichaam en terwijl mijn leven langzaam uit me vloeide dacht ik 'Dit overkwam miss Marple nou nooit.'
'Maar Ilse dan?', bracht ik uit.
'Er is geen Ilse. Het was allemaal een truc om mezelf op jou te wreken. Je was altijd al nieuwsgieriger dan goed voor je was, Mandy.'

Langzaam kleurde mijn blonde haar bloedrood. Ik had altijd al als een roodharige door het leven willen gaan. Hoe wrang dat ik het als roodharige moest verlaten.