Ilse was Uitvindster. Tenminste, zo gauw ze iets had uitgevonden. Zover was ze nog niet gekomen, maar ze wist zeker dat het slechts een kwestie van tijd was. Diep in haar verborgen zat een briljant idee alleen maar te wachten tot de tijd rijp was. Zelf vond ze de tijd allang rijp, maar het briljante idee dacht er blijkbaar anders over en zweeg hardnekkig.
Soms herkende ze het bij anderen, in de vorm van briljante uitvindingen als een Luizencape, een Senseo koffieapparaat of een nieuw dieet. Dan vervloekte Ilse zichzelf dat zij daar niet was opgekomen. Dan zou ze haar eigen briljante idee wel met geweld naar buiten willen trekken.
Geregeld riep ze daarom heel hard in zichzelf: 'Briljant idee?! Briljant idee? Hoort u mij? Ik weet dat u er bent! Wanneer komt u nou eindelijk eens naar buiten?'
Haar briljante idee hulde zich echter in nevelen van geheimzinnigheid en stilte. Toch meende ze soms een fluistering te horen die klonk als een zachte verzuchting: 'Als de tijd rijp is, als de tijd rijp is.'
'Als de tijd rijp is?' zei ze dan geërgerd in zichzelf. 'Wat mij betreft is de tijd meer dan rijp. Ik zou zelfs durven beweren dat de tijd overrijp is. Sterker nog, als je het mij vraagt is hij over de uiterste houdbaarheidsdatum heen.'
Maar dat zei ze natuurlijk niet, want iedereen weet dat een briljante uitvinding met de nodige égards, en omzichtigheid moet worden benaderd. Wie te gretig is, of te wild, loopt kans dat zij sterft voor ze geboren wordt, of dat ze blijft hangen in een ongelukkig embyo-stadium. En niets is hopelozer dan een onvolgroeid idee, want dat is niet briljant.
Zuchtend boog Ilse zich dan maar weer over haar eindeloze reeks dagelijkse werkzaamheden, in afwachting van de geboorte van haar briljante idee. Terwijl ze vloeren dweilde, ramen lapte, was vouwde, afwaste, onkruid wiedde, stofzuigde en de bedden verschoonde als een moderne Assepoester, dacht ze verlangend aan dat moment waarop haar briljante idee zich aan haar zou onthullen. Dan stelde ze zich voor hoe roem en geld haar deel zouden worden. Hoe ze zou wonen in een huis als een paleis, hoe ze zich zou uitrusten met briljanten en hoe ze nooit, nooit meer, zou stofzuigen of vloeren dweilen. Haar briljante idee zou haar bevrijden uit het keurslijf dat haar leven was.
Maar het wachten viel niet mee, vooral niet als de vrouwen wier briljante ideeën al wel geboren waren, uitgebreid aandacht kregen in de pers. Vooral J.K. Rowling, een collega-moeder met een briljante boekenserie en collega-moeder Sonja Bakker konden rekenen op Ilse's afgunst.
En 's avonds in het donker, in donkere momenten als ze de slaap niet kon vatten, twijfelde ze wel eens of haar briljante idee daadwerkelijk zou komen. Dan werden twijfels geboren in plaats van briljante ideeën. Knagende, zeurende twijfels.
'Wat denk je eigenlijk dat je briljante idee is? Misschien is dit het wel gewoon. Dit, je gewone, dagelijkse leven en moet je het daar maar mee doen, tot de dood er een eind aanmaakt. In plaats van steeds te kijken naar wat je niet hebt moet je kijken naar wat je wel hebt,' fluisterde dan een nasale, doordringende stem.
'Hou toch je mond', zei ze dan geërgerd .
'Wat moet ik met jou, en je negativiteit? Het is gewoon een kwestie van geloven! En ik geloof! Ik geloof.'
'Geloof je het zelf?' zei de nasale stem die altijd het laatste woord wilde hebben.
Zo gingen vijf jaren voorbij, en nog steeds had Ilse's briljante idee zich niet aangediend. Steeds vaker en luider hoorde ze 's nachts die nasale stem, tot ze hem zelfs overdag in haar oor hoorde fluisteren. Op een dag toen ze woest de kamer stofzuigde zei de nasale stem plotseling: 'Ilse, herken je mij dan niet?'
'Huh?', zei Ilse en stofzuigde nog wat harder.
De stem herhaalde 'Ilse, luister eens echt naar mij.'
Ilse keek nadenkend voor zich uit, en zei toen gelaten: 'Oké, ik luister, wat moet je nou weer?'
'Ik ben jouw briljante idee! Het briljante idee dat je in je hebt. Ik ben het idee dat je tevreden moet zijn met wat je hebt, in plaats van altijd te verlangen naar iets anders. Ik ben het klokje dat thuis het beste klinkt, ik ben de haard die goud waard is. Ik ben zo briljant dat ik een levenswijsheid ben.'
Verbluft zakte Ilse op haar stofzuiger neer, en zei een hele tijd niets. Toen kwam ze overeind en zei: 'Maar dat is briljant! Waarom ben je daar niet eerder mee gekomen! Nu is het alleen een kwestie van dit idee goed in de markt positioneren, de juiste campagne en promotie inzetten en dan word ik rijk, rijk, rijk! Ik zal baden in briljanten, ik zal vaarwel zeggen tegen mijn leven zoals het is. Briljant!'
'Ja,' zuchtte toen de nasale stem, 'briljant'.
No comments:
Post a Comment